Context en achtergronden

Financiële positie
In de afgelopen jaren heeft de gemeente een succesvolle bezuinigingsoperatie doorgevoerd. Bijna alle doelen zijn hierbij bereikt. Het resultaat is dat de gemeente er financieel goed voor staat, en dat er een sluitende meerjarenbegroting is. Wij komen positief uit de financiële stresstest. De gemeente behoorde volgens het COELO in 2014 op basis van gemeentelijke lasten tot de 6% goedkoopste gemeenten. Er zijn echter nog veel zaken onzeker. Met name de gevolgen van de decentralisaties op de gemeentelijke begroting zijn nog steeds onduidelijk.

Wij willen ons op deze onzekere tijden voorbereiden door een solide financieel beleid te (blijven) voeren. Hierbij gaan wij ook in de komende jaren uit van een sluitende begroting met voldoende reserves die dienen om onverwachte tegenvallers op te vangen. We besteden meer aandacht aan de schuldpositie van de gemeente. Daarvoor hanteren we het model van de VNG “Houdbare gemeentefinanciën”.

Om te komen tot een sluitende begroting voeren wij indien nodig extra bezuinigingen door, eventueel stellen wij dan ook projecten uit. Voorzieningen voor burgers worden zo veel mogelijk ontzien. We gaan uit van een trendmatige verhoging van de OZB, tenzij het echt noodzakelijk is om extra verhogingen toe te passen, bijvoorbeeld om bezuinigingen van het Rijk op te kunnen vangen. De bezuinigingen die al in het meerjarenperspectief zijn opgenomen, voeren we onverminderd uit. Het gaat om bezuinigingen op personeelskosten, kosten bedrijfsvoering, onderhoudskosten en subsidies.

Wij gaan er van uit dat de ambtelijke fusie met de gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau (zie paragraaf bedrijfsvoering) op den duur ook financiële voordelen oplevert. We verwachten dit echter nog niet in de komende bestuursperiode. De eventuele investeringen in deze fusie moeten wel binnen 4 tot 6 jaar terugverdiend worden.

We kijken jaarlijks kritisch naar de bijdrage aan de gemeenschappelijke regelingen. We spannen ons in om de kosten van de gemeenschappelijke regelingen zo laag mogelijk te houden.
We sluiten aanvullende besparingen in de toekomst dan ook niet uit en willen hierin samen optrekken met de andere gemeenten binnen Midden- en West Brabant om zo draagvlak binnen het samenwerkingsverband te creëren.

Ondanks een goede voorbereiding, hebben we nog onvoldoende zicht op de financiële gevolgen van de kortingen die doorgevoerd worden bij de drie decentralisaties. Wij spannen ons extra in om dit zicht zo snel mogelijk te krijgen. Uitgangspunt blijft dat we, waar mogelijk, de Rijkskortingen binnen de uitvoering van het betreffende beleid opvangen. We hebben de afgelopen jaren ervaren dat de gekantelde werkwijze bij de WMO, naast een goede klanttevredenheid, financiële voordelen oplevert. We breiden deze werkwijze uit tot alle domeinen van het sociale beleid, zodat we (een deel van) de korting op deze wijze kunnen opvangen. Wij gaan de financiële risico’s van de decentralisaties in kaart brengen en betrekken bij de berekening van ons weerstandsvermogen. Risico’s met grondaankopen vermijden we. Wij gaan terughoudend om met de aankoop van grond en vastgoed. Bovendien stellen wij de boekwaardes van de gronden die wij in bezit hebben regelmatig bij, zodat hier een reëel beeld over bestaat.