Materiële vaste activa

Materiële vaste activa met economisch nut (inclusief activa waarvoor een heffing wordt geheven)

Investeringen die verhandelbaar zijn dan wel op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut.
De waardering van de materiële vaste activa met economisch nut is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of duurzaam lagere marktwaarde (rekening houdend met de notitie van de commissie BBV over waardering vastgoed) en is verminderd met afschrijvingen en eventuele investeringsbijdragen.
De afschrijving van materiële vaste activa met economisch nut is gebaseerd op de economische levensduur dan wel de verwachte nuttigheidsduur en is vastgelegd in de “Financiële verordening gemeente Gilze en Rijen 2007” op grond van artikel 212 van de Gemeentewet. Hierin is opgenomen dat materiële vaste activa met economisch nut (zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV) lineair worden afgeschreven in maximaal:
a. 40 jaar   nieuwbouw woonruimten en (school-)gebouwen;
b. 25 jaar   renovatie, restauratie en aankoop van woonruimten en bedrijfsgebouwen;
c. 15 jaar   technische installaties in bedrijfsgebouwen;
d. 10 jaar   veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties;
kantoormeubilair; schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken;
nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen;
zware transportmiddelen;
e. 5 jaar   aanhangwagens, schuiten; personenauto’s; lichte motorvoertuigen;
automatiseringsapparatuur;
f. divers   rioleringen, overeenkomstig uitgangspunten van het Gemeentelijk rioleringsplan.
Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Op investeringen gedaan vóór 2004, zijn in voorkomende gevallen bijdragen uit reserves in mindering gebracht.

Materiële vaste activa met maatschappelijk nut
Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder andere verstaan investeringen in aanleg en renovatie van: (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. Tenzij bij raadsbesluit anders bepaald, worden deze investeringen onder aftrek van bijdragen van derden en (bestemmings)reserves, ten laste van de exploitatie gebracht. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het activum lineair afgeschreven over de verwachte levensduur of in een kortere, door de raad aangegeven tijdsduur.